Functioneel schrijven en lezen
Referentieniveau Lezen: Fictieteksten - Algemene beschrijving en tekstkenmerken
Kan jeugdliteratuur met een eenvoudige structuur belevend lezen. Spannende of dramatische gebeurtenissen volgen elkaar in hoog tempo op.
+ adolescentenliteratuur. De verhaalstructuur is helder, de spanning in de dramatische lijn wordt onderbroken door gedachten en beschrijvingen. Poëzie en liedjes hebben bij voorkeur een verhalende inhoud en emotionele lading.
Leerlijn Functioneel ‘lezen’ en ‘schrijven’
Zelfstandig verhalende en informatieve prentenboeken ‘lezen’ is een belangrijke activiteit voor kinderen in de onderbouw. Kinderen leren verhalen te reconstrueren. Bij het navertellen van een verhaal kunnen ze strategieën die in de verdere basisschool zo belangrijk zijn alvast oefenen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het voorspellen van de inhoud, het onderwerp van de tekst vinden en verbanden leggen tussen onderdelen van het verhaal.
Tussendoelen Functioneel ‘lezen’ en ‘schrijven’
De leerlingen:
- schrijven functionele teksten, zoals lijstjes, briefjes, opschriften en verhaaltjes
- lezen zelfstandig prentenboeken en eigen en andermans teksten.
- Volledige tekst Leerlijn en tussendoelen (pdf, 167 Kb)
Functioneel ‘lezen’ en ‘schrijven’ stimuleren in de praktijk
Elkaar voorlezen
Kinderen ‘lezen’ in tweetallen een bekend prentenboek aan elkaar voor. Aan de hand van de illustraties in het boek of voorwerpen van de verteltafel ‘lezen’ ze elkaar om de beurt een bladzijde uit het boek voor.
Boek van de week
Kies binnen het thema iedere week een centraal boek: het boek van de week. Dit boek krijgt een belangrijke plek in de leeshoek. Verzamel samen met de kinderen spullen bij het boek, hang de platen uit het boek op en lees het boek regelmatig voor aan een klein groepje kinderen in de leeshoek. Hierdoor stimuleer je kinderen ook zelf het boek te bekijken en te ‘lezen’.